Wat is het effect van (intensieve) training met overload op rust-pols, submaximale hartslag (AT), maximale hartslag en op de hartslag-variabiliteit?
Progressieve trainingsbelasting kan leiden tot langerdurende achteruitgang in prestatievermogen. We maken onderscheid in: functional over-reaching (FOR), non-functional over-reaching (NFOR) and overtraining syndroom (OTS).
Met FOR, wordt bedoeld een kortdurende (dagen tot weken) prestatievermindering, soms bewust gebruikt door sporters, om na rust tot supercompensatie te komen. Bij NFOR, is er, ten gevolge van te intensieve trainingen, sprake van ernstige over-reaching, die weken aanhoudt, waarbij de prestatie capaciteit verminderd is.
Veel zeldzamer en ook weinig beschreven in de literatuur is de OTS. Door intensieve trainings overbelasting, duurt daarbij de prestatievermindering veel langer en kan het herstel maanden vergen. OTS kan met ernstige klachten van moeheid, slaapstoornissen, eetlust veranderingen gepaard gaan, maar dat hoeft niet. FOR, NFOR en OTS vormen een continuüm. Voor coaches en sporters, is het zaak te voorkomen dat FOR in NFOR of zelfs OTS overgaan en daarom is het belangrijk te zoeken naar vroege signalen zoals hartslag veranderingen.
FOR, NFOR en OTS worden beschouwd als uitingen van een verstoorde hypothalamus-hypofyse-bijnier as. Daardoor raakt het evenwicht tussen sympaticus/parasymapicus verstoord, met gevolgen voor hartslag en HRV.
De normale variabiliteit in rustpols bedraagt 3 slagen per minuut. De toename bij korteperiode overtraining, bedroeg 2-7 slagen per minuut. De normale variabiliteit in maximale hartslag bedraagt 4 hartslagen. De afname bij korteperiode overtraining bedraagt 3-12 slagen. De normale variabiliteit bij de submaximale intensiteit (AT) bedraagt 6-8 slagen en de afname bij langerdurende overtraining bedraagt 1-6 slagen. Zo neemt de HRV toe bij kortdurende overbelastingen. Echter ook met HRV veranderingen, is niet met zekerheid tot FOR te concluderen.
Progressieve belasting in een korte periode veroorzaakt een geringe toename in de rust-pols, in de ratio lage/hoge hartfrequentie en leidde tot een geringe afname van de maximale hartfrequentie.
Progressieve belasting gedurende langere tijd, heeft geen effect op de rust-pols. Wel neemt de submaximale (AT) en maximale hartslag iets af.
Het is echter moeilijk om aan veranderingen in hartsslag bij sporters, een conclusie te verbinden, aangezien de veranderingen klein zijn en nog binnen de biologische variabiliteit passen.